Snoeien

Snoeien met de juiste techniek

Bij snoeien is de juiste techniek van zeer groot belang. Als u een verkeerde snoeiwijze hanteert, kan de boom namelijk actief op zijn snoeiwonden reageren. Elke snoeiwonde is een verwonding en de reactie daarop wordt door verschillende factoren bepaald: de boomsoort, de conditie en het snoeimoment. Wanneer u een levende tak snoeit, zal de boom de wonde afgrendelen.

Dat gebeurt doordat de boom zijn snoeiwonde met wondovergroeiingsweefsel zal bedekken. Bij correct gezaagde snoeiwonden zal het weefsel mooi rondom de wonde groeien tot die volledig dicht is. Als u niet correct snoeit, krijgt u geen mooie ronde, maar een ovaalvormige overgroeiing. Daardoor zal de afgrendeling trager gebeuren en veel zwakker zijn. Hoe sneller de wonde dichtgroeit, hoe minder gevaar er is op houtrot, schimmels en kankers.

n

Het ideale snoeimoment

Er bestaan enkele misverstanden over het ideale snoeimoment. In principe kan u het hele jaar door snoeien; het juiste tijdstip hangt vooral van het doel af. Voor de meeste boomsoorten is het slechtste moment wanneer de bomen uitlopen en wanneer de bladeren afvallen. In de lente heeft de boom immers al zijn energie nodig om bladeren, takken en wortels te laten groeien. Tijdens de herfst worden de resterende stoffen uit de bladeren in de stam, takken en wortels opgeslagen.

De beste periode om te snoeien, is voor de meeste bomen in de tweede helft van het groeiseizoen (in de late lente en in de zomer), wanneer de bomen volop in blad staan. Op dat moment zal de boom meteen op de snoeiwonden reageren door die actief af te grendelen en de overgroeiing van de wonden te starten. De natuurlijke afweer tegen schimmels is dan het hoogst; tijdens de winter is er geen goede afweer tegen schimmels.

Begeleidingssnoei voor uw bomen

Omdat er niet overal plaats is om de kruin tot aan de grond te laten hangen, zijn we soms genoodzaakt om te snoeien. Dat noemen we een begeleidingssnoei. Het is daarbij van groot belang om een onderscheid tussen een tijdelijke en blijvende kroon te maken. Eerst wordt de gewenste takvrije stamlengte bepaald. Daarna bekijken we de tijdelijke kroon van boven tot onder en kiezen we welke probleemtakken we zullen verwijderen. Het is dan essentieel om altijd rekening te houden met de verhouding tussen stam en kroon.

De begeleidingssnoei stopt als de boom een gezonde, sterke en takvrije stam heeft met de gewenste hoogte en een mooi ontwikkelde, blijvende kroon. U begint best op tijd met de begeleidingssnoei, dat wil zeggen twee à drie jaar na aanplanting of wanneer de kruin twee keer zo hoog is als de stam. Idealiter gebeurt die snoei om de twee à drie jaar. Daardoor maken we kleine snoeiwonden die sneller dichtgroeien.

Snoeien met de spinhoogtewerker
n

Onderhoudssnoei

Bij een onderhoudssnoei snoeien we zo weinig mogelijk in de blijvende kroon. Die snoei wordt meestal verricht omwille van de veiligheid en heeft als doel schade te voorkomen. Daarvoor gaan we breukgevoelige takken verwijderen, wat insnoeien of uitlichten.

Wanneer probleemtakken zoals bv. plakoksels, wrijftakken, zuigers en elleboogtakken in de blijvende kroon worden vastgesteld, haalt men die best snel weg. Wanneer die takken te dik zijn en zodanig zijn uitgegroeid dat ze een flink deel van de kruin uitmaken, nemen we de takken in. Daardoor groeit de tak minder sterk en is er minder windbelasting.

Ecologische snoei

(info volgt)

Breukgevoelige takken
Boom knotten

Uw boom laten knotten?

Knotbomen worden meestal op een bepaalde hoogte (1,5 à 2,5 m) afgezaagd en alle resterende takken worden dan verwijderd. Op de blijvende stam ontwikkelt zich vervolgens een nieuwe kroon. Door periodiek de kroon te snoeien, ontstaat de typische knotboom. Bij knotten wordt de boom eigenlijk onthoofd; de kruin wordt helemaal afgezaagd. Dat gebeurt het beste bij aanplant of een paar jaar nadat de boom geplant is.

Bij jonge bomen snoeien we best elke twee à drie jaar om de knot op te bouwen en geen grote snoeiwonden te maken. Wanneer de boom goed ontwikkeld is, kunnen de intervallen groter worden en kan men om de drie à acht jaar (afhankelijk van de boomsoort) de boom snoeien.

Als we takken afzagen, zorgen we er steeds voor dat de wondoppervlakte zo klein mogelijk blijft, zodat de takkraag niet wordt beschadigd. Dat gebeurt door de (dikke) takken eerst op stomp af te zagen en pas daarna tot aan de takkraag. Bomen knotten gebeurt bij voorkeur in de winter, want dan verdwijnt de hele kruin (bladmassa).

Kandelaren in een bepaalde vorm

Bij kandelaren wordt van in het begin gekozen om de boom in een bepaalde vorm te snoeien. Als de boom al op jonge leeftijd wordt gekandelaard, zijn de snoeiwonden en de risico’s op infecties klein. De reactie van de boom is vergelijkbaar met die van een lei- of knotboom. Let wel op: knotten of kandelaren is een bewuste keuze die men dient te maken voor of tijdens de aanplant.

Let wel op: knotten of kandelaren is een bewuste keuze die men dient te maken voor of tijdens de aanplant.